Het jaar 1968 was misschien wel het meest gewelddadige jaar van de 20e eeuw in de Verenigde Staten. Hevige rassenrellen, de moord op Martin Luther King, twee maanden later de moord op Robert F. Kennedy, bijna vijftienduizend gesneuvelde soldaten in Vietnam. Tussen al dat geweld is één gebeurtenis een beetje ondergesneeuwd, terwijl het hier toch ook ging om een aanslag op een wereldberoemd persoon. Andy Warhol werd niet dodelijk getroffen, al werd zijn leven wel voorgoed dramatisch beïnvloed – om nog maar niet te spreken van zijn kunst.
Op maandag drie juni, één dag voor de voorverkiezing in Californië die voor Robert F. Kennedy dodelijk afliep, liep Valerie Jean Solanas gewapend met een handgeweer Warhols studio The Factory in. Niet veel later lag de kunstenaar zwaar gewond in het ziekenhuis, waar hij zelfs klinisch dood werd verklaard.
Andy Warhol
In juni 1968 was Andy Warhol 39 jaar oud. Hij werd in 1928 als Andrew Warhola geboren in Pittsburgh, Pennsylvania, als 4e kind van de Slowaakse immigranten Ondrej Warhola en Julia Zavacka. Al op vroege leeftijd wist Andy wat zijn passie was: hij bleek zeer artistiek aangelegd. Na zijn afstuderen verhuisde hij in 1949 naar New York, waar hij een carrière opbouwde in de reclame- en tijdschriftenwereld. In de jaren ’50 maakte hij faam met grillige inkttekeningen van voornamelijk schoenadvertenties. De tekeningen werden Warhols eerste geëxposeerde werken. Hierna hield de veelgevraagde freelancer zich vooral bezig met albumcovers en promotiemateriaal.
Zijn eerste eigen exposities had Warhol in 1962. Heel Amerika maakte kennis met de moderne kunststroming pop-art, waar Warhol de belangrijkste vertegenwoordiger van zou gaan worden. Onder andere Warhols beroemde tweeluik met vijftig Monroe-portretten werd op deze tentoonstellingen getoond. Warhols roem werd groter en groter. Hij begon schilderijen te maken van bekende Amerikaanse producten als Campbell’s soepblikken en flesjes Coca-Cola, evenals grote portretten van verschillende beroemdheden. In deze periode richtte hij zijn eigen studio op, The Factory. Hij verzamelde een steeds grotere groep artiesten, schrijvers, muzikanten en andere creatieve breinen om zich heen. Hun ontmoetingsplaats was The Factory, op Union Square, Manhattan. Iedereen met enige artistieke pretentie was er welkom; het wemelde er ook van de excentrieke homo’s, travestieten, junks en fotomodellen.
Zijn leven was een aaneenschakeling van successen – en toen kwam dat akelige moment in de zomer van 1968.
Schoten in The Factory
De radicaal-feministische schrijfster en actrice Valerie Jean Solanas en Andy Warhol kenden elkaar al enkele jaren en hadden een opmerkelijke band samen. Er was ruzie, een dreigende rechtzaak, maar ook genegenheid. Warhol mocht de vrouw wel, maar door verschillen van inzicht duurde de samenwerking uiteindelijk niet lang. Op 3 juni 1968, rond lunchtijd, arriveerde Solanas bij The Factory, gekleed in een zwarte coltrui en een regenjas. Ze hing wat rond in het gebouw met in haar hand een bruin, papieren tasje – tot ze rond 16:15 uur Warhol tegenkwam. Toen de kunstenaar even later een telefoontje beantwoordde, pakte Solanas ineens een wapen uit het bruine tasje. Ze loste drie schoten op Warhol. De eerste twee schoten misten hun doel, de derde kogel doorboorde Warhols linkerlong, milt, maag, lever, slokdarm en rechterlong.
Terwijl Warhol lag te bloeden, vuurde Solanas kogels af richting Mario Amaya, kunstcriticus en curator, die boven al even stond te wachten op Warhol. De eerste kogel miste, de tweede kwam in de rechterheup van het slachtoffer terecht. Solanas richtte daarna op Fred Hughes, Warhols manager, bracht haar pistool naar zijn hoofd en haalde de trekker over. Het pistool blokkeerde echter. Op dat moment ging de liftdeur open. Hughes wees naar de lege lift en zei tegen Solanas: “Waarom stap je niet op, Valerie?” “Dat is een goed idee”, zei ze, en in alle rust verliet ze het pand.
Warhol was zwaargewond. In het ziekenhuis openden chirurgen zijn borstkas voor een hartmassage, om de bloedsomloop te stimuleren. De artsen namen zelfs geen tekenen van leven meer waar, maar de kunstenaar overleefde ternauwernood en was na een tijdje weer gewoon aan het werk. De rest van zijn leven bleef hij fysieke gevolgen ondervinden van de aanslag. Zo moest hij bijvoorbeeld steeds een korset dragen om zijn onderbuik te ondersteunen. De schietpartij had een enorm effect op Warhols leven en in het bijzonder zijn kunst. De Factory werd strenger afgeschermd en voor velen betekende deze gebeurtenis het einde van de wilde jaren van de studio.
Valerie Solanas: ‘die krankzinnige lesbienne’
Om 20:00 uur die avond gaf Solanas zich aan bij de politie. Ze sprak een jonge verkeersbrigadier aan op Times Square en zei: “De politie is op zoek naar mij.” Ze nam vervolgens een .32 en een .22-kaliber pistool uit de zakken van haar regenjas en gaf ze aan de agent. “Ik heb Andy Warhol neergeschoten. Hij had te veel controle over mijn leven.” Op het bureau werd ze onder andere beschuldigd van poging tot moord. Een leger van journalisten en fotografen stelde vragen aan Solanas, toen ze ’s avonds voor een verhoor werd weggebracht naar een rechter. Die nacht viel ze in het psychiatrisch ziekenhuis Bellevue in slaap, in de wetenschap dat ze aangeklaagd was wegens poging tot moord, mishandeling en illegaal wapenbezit.
Valerie Jean Solanas kreeg in juni 1969 een celstraf van drie jaar opgelegd voor haar ‘roekeloze aanval met de bedoeling schade te berokkenen’. Het jaar dat ze op een psychiatrische afdeling had doorgebracht in afwachting van haar proces, werd van de drie jaar afgetrokken. Warhol bleef de rest van zijn leven bang dat ze hem na haar vrijlating opnieuw zou aanvallen. “Andy was na de aanslag een slap aftreksel van de man die hij daarvoor was”, zei goede vriend Billy Name eens.
Zelfs in de gevangenis kon Solanas haar slachtoffer niet met rust laten. De nacht voor Kerst 1968 belde ze Warhol. Ze eiste veel geld van hem voor een door hem verloren manuscript van haar, en daarnaast vroeg ze hem al zijn aanklachten tegen haar te laten vallen. Alsof dat nog niet genoeg was, wilde ze ook in meer films van hem acteren. En als hij niet zou luisteren, zou ze altijd opnieuw een aanslag plegen. Dat Solanas psychisch niet helemaal in orde was, bleek een juiste constatering van de rechter. Na de moord werd algemeen aanvaard dat Solanas leed aan paranoïde schizofrenie. Een psychiater die haar in de gevangenis onderzocht constateerde de schizofrenie, haar paranoïde gedrag, haar geobsedeerdheid jegens Warhol en haar stemmingsstoornis. Solanas werd in de Verenigde Staten consequent als ‘die krankzinnige lesbienne’ bespot na de publicatie van het psychiatrische rapport.
Solanas werd in september 1971 vrijgelaten uit de New Yorkse staatsgevangenis voor vrouwen, in Bedford Hills. Ze bleef in de weken hierna Warhol telefonisch lastig vallen, waarna twee maanden later opnieuw werd gearresteerd. De rest van haar leven bezocht ze frequent opvanghuizen voor geesteszieken. In 1977 zei ze: “Ik ben van mening dat ik een morele daad heb begaan. En ik vind het immoreel dat ik heb gemist. Ik had meer praktijkoefeningen moeten doen.”
Op 25 april 1988, overleed ze in San Francisco, eenzaam en zonder veel geld, aan een longaandoening en -ontsteking. Ze werd maar 52 jaar oud. Solanas werd begraven in Virginia, vlakbij het huis van haar moeder.
Warhol na de aanslag
Vergeleken met de successen en schandalen van de jaren ’60, was het daarop volgende decennium betrekkelijk rustig. Warhol transformeerde langzaam van een kunstenaar in een zakenman. Hij kreeg lucratieve portretopdrachten van gefortuneerde Amerikanen en beroemdheden als Mick Jagger, Liza Minnelli, John Lennon, Diana Ross, Brigitte Bardot en Michael Jackson. Daarnaast richtte hij een magazine op en schreef hij een boek over zijn ideeën op het gebied van kunst en leven. In de jaren ’80 kwamen de voorspoed en de controversies weer terug naar The Factory, deels dankzij vruchtbare vriendschappen met een nieuwe generatie kunstenaars. Warhol werd nogal eens bekritiseerd om zijn gemakkelijke, commerciële kunst. Later kwamen critici terug op Warhols vermeende oppervlakkigheid en werd het ineens gezien als ‘de meest briljante spiegel van onze tijd’. Saai werd het nooit in het leven van Andy Warhol.
Hij overleed in zijn New York op 22 februari 1987, om 06.32 uur in de ochtend, op 58-jarige leeftijd. Hij was herstellende van een routineoperatie aan zijn galblaas, toen hij in zijn slaap stierf aan een hartstilstand. Warhol werd begraven op de katholieke begraafplaats in Bethel Park, ten zuiden van Pittsburgh, naast zijn beide ouders. Yoko Ono, de weduwe van John Lennon, was een van de mensen die een afscheidsrede hield. Het internationale veilinghuis Sotheby’s had negen dagen nodig om Warhols immense verzameling van kunst en prullaria te veilen. De bruto opbrengst van deze veiling was ongeveer twintig miljoen dollar. In overeenstemming met zijn laatste wil was het geld voornamelijk bestemd voor de nog op te richten Andy Warhol Foundation voor de Beeldende Kunsten.
Een van de beroemdste citaten van Andy Warhol was “In de toekomst zal iedereen gedurende 15 minuten wereldberoemd zijn.” Een visionaire uitspraak die hij al deed in 1968, het jaar van de schietpartij. Alsof de creatieveling het fenomeen reality-tv en internet toen al had voorzien. Door zijn succesvolle en gewaagde kunstprojecten was Warhol bij leven al een legende, en bijna 25 jaar na zijn dood is zijn wereldberoemde status nog onverminderd groot. De vrouw die hem in 1968 aanviel lijkt haast vergeten – de gemiddelde Nederlander zal niet spontaan Solanas’ naam kunnen noemen. Haar vijftien minuten zijn al lang verstreken.
Speak Your Mind