Pasadena, woensdag 22 juni 1994, deze zomer twintig jaar geleden. Het WK-voetbal in de Verenigde Staten is nog maar net begonnen als in poule A het organiserende land haar tweede wedstrijd speelt tegen Colombia. Na ruim een half uur spelen maakt de Colombiaanse verdediger Andrés Escobar een eigen doelpunt met tragische gevolgen. Hij zou nog maar anderhalve week leven. “Iemand is pas echt dood als hij is vergeten, en daarom is Andrés onsterfelijk,” zo zeggen zijn fans. En FIFA-president Sepp Blatter: “De moord op Escobar is de meest trieste dag waarvan ik ooit getuige was in de voetbalsport.”
Het WK 1994
Andrés Escobar Saldarriaga, door zijn altijd keurige gedrag El Caballero del Fútbol genoemd (de gentleman van het voetbal), is in 1994 een alom gerespecteerde verdediger van Atlético Nacional en het nationale elftal. Hij maakt deel uit van een gouden Colombiaanse generatie met mannen als Carlos Valderrama, Faustino Asprilla, Freddy Rincón en keeper René Higuita. De mannen waren in de VS gebrand op succes: op het WK 1990 in Italië was Colombia teleurstellend vroeg uitgeschakeld. De kwalificatiereeks was hoopgevend: ongeslagen bereikte Colombia het eindtoernooi. Het volk was razend enthousiast: het land werd door velen zelfs tot favoriet gebombardeerd.
Op 17 juni 1994 begon het mondiale sportfeest. Er was echter nog tegen geen bal getrapt of donkere wolken pakten zich al samen boven de campagne van het nationale team. Grote drugsorganisaties en goksyndicaten zagen geld in de wedstrijden op het hoogste podium en probeerden invloed uit te oefenen op onder andere de samenstelling van de selectie – bondscoach Francisco Maturana was zijn leven even niet meer zeker. Al die randverschijnselen werkten niet bepaald in het voordeel van de resultaten. Merkbaar geprikkeld en ongeconcentreerd verloor Colombia de eerste wedstrijd met 3-1 van Roemenië. Vier dagen later volgde het cruciale duel met de VS, in Pasadena, Californië.
In de 33e minuut van die wedstrijd probeert middenvelder John Harkes zijn medespeler Earnie Stewart (dan speler van Willem II uit Tilburg, nu technisch directeur van AZ Alkmaar) te bereiken met een crosspass vanaf de linkerkant. Escobar kan halverwege met een sliding tussenbeide komen en verandert de baan van het schot. De bal belandt tot zijn schrik achter zijn eigen keeper. 1-0. Colombia komt de achterstand niet te boven. Na anderhalf uur is de einduitslag 2-1 (winnende goal: Earnie Stewart) en is het tweede verlies een feit. Een overwinning tegen Zwitserland kan de Zuid-Amerikanen vervolgens niet meer naar de volgende ronde helpen. Opnieuw presteert het talentvolle Colombia teleurstellend op een wereldkampioenschap. Escobar was van plan langer in de Verenigde Staten te blijven voor een vakantie, maar keerde terug naar zijn land voor een confrontatie: het eigen doelpunt mocht niet te lang als een zwaard van Damocles boven zijn hoofd hangen.
Bekijk de eigen goal hier.
De moord
Felipe, een neefje van de speler, voorspelde in het voetbalstadion het onheil dat Escobar te wachten stond. Ongerust door de gewelddadige omgeving waar de familie woonde, zei hij snel na het eigen doelpunt tegen zijn moeder: “They are going to kill Andrés.” Op 2 juli kreeg het kind zijn gelijk. Met een .38 kaliber pistool werd Andrés zesmaal beschoten op een parkeerplaats nabij bar El Indio in Medellín. De moordenaar, Humberto Muñoz Castro, riep na elk schot ‘Gooool!’, op de langgerekte manier zoals we die kennen van Zuid-Amerikaanse sportverslaggevers. Hij bleek een chauffeur te zijn van de gebroeders Santiago en Pedro Gallon Hennao, criminele zakenlieden die veel geld hadden vergokt dankzij de vroegtijdige uitschakeling van het Colombiaanse elftal.
Het vreselijke nieuws bracht een schok teweeg over de hele wereld. Mensen werden bevestigd in hun vooroordelen – Colombia was een land verblind door geweld. Het negatieve imago verslechterde aanzienlijk door de verhalen over voetbalmaffia, huurmoordenaars en drugsdealers. Wat begon als een voetbaltragedie, veranderde in het falen van Colombia als een natie. Zoals een invloedrijke journalist in zijn column schreef: “Voor het eerst schaam ik me ervoor een Colombiaan te zijn.”
Andrés Escobar
Andrés Escobar wordt op 13 maart 1967 geboren in Medellín, een stad in het noordwesten van Colombia. Met meer dan twee miljoen inwoners is het de tweede stad van het land, na hoofdstad Bogota. Medellín heeft in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw te maken met enorme criminaliteitsproblemen. Door de spectaculaire groei van de stad zijn veel sloppenwijken ontstaan, met daarbij al het bijkomende geweld. Drugsbaron Pablo Escobar (geen familie) zwaait de scepter in de probleemgebieden en wordt de beruchtste man die het land ooit gekend heeft. Jarenlang wordt er een negatief reisadvies uitgeroepen voor de stad; inmiddels is het er gelukkig weer een stuk veiliger geworden.
In dat woelige klimaat groeit Andrés Escobar op. Zijn vader heeft een foundation die jonge kinderen de kans geeft te voetballen, waardoor ze van de straat gehouden kunnen worden. Andrés blijkt een talent te hebben voor de sport: midden jaren ’80 wordt hij gecontracteerd door Atletico Nacional, zijn droomclub. Hij blijft er de rest van zijn carrière spelen, met uitzondering van een Zwitsers uitstapje in het seizoen 1989-1990. Escobar debuteert al snel in het nationale team, en wordt een enorme held als hij op 24 mei 1988 de 1-1 scoort tegen Engeland. Escobar zou zes jaar lang de vaste nummer twee van het nationale elftal blijven en uitgroeien tot een geweldige verdediger.
De voetballer maakt in 1994 een belangrijke fase van zijn leven door. Hij staat op het punt om te trouwen met Pamela Cascardo, de vrouw waarmee hij al vijf jaar een relatie heeft. Hij is net hersteld van een vervelende knieblessure en heeft er alles aan gedaan om op tijd fit te zijn voor het WK. De bondscoach wil Escobar klaarstomen voor het aanvoerderschap, nu legende Valderrama in de herfst van zijn carrière is aanbeland. Andrés werd een gentleman in het voetbal genoemd; hij was ook een genereus man in het dagelijks leven. Zo rijdt hij jaarlijks door de straten van Medellin om kerstcadeautjes aan arme kinderen te geven. Zijn broer Santiago: “Hij was een man die geluk overbracht. Dat was vooral te danken aan één reden: Andrés behandelde iedereen als zijn gelijke.”
Andrés Escobar vertelde de Colombiaanse journalist Gonzalo Medina ooit waarom hij zo genoot van het voetballen: “Deze sport heeft een nauwe relatie tussen het leven en het spel. In tegenstelling tot bij bijvoorbeeld het stierenvechten, is er in het voetbal geen dood. Niemand sterft. Het gaat meer over lol hebben met elkaar. We genieten.”
De moordenaar
Escobar werd in de bloei van zijn leven omgebracht en het volk was razend. Gelukkig werd de dader vrij snel gepakt. Humberto Muñoz Castro zei daar later het volgende over: “Ik ben gepakt bij een identiteitscontrole; de agenten herkenden mij direct, ook al had ik mijn snor afgeschoren. Na de schietpartij ben ik met mijn vrienden in een appartement in El Poblado gaan zitten, onze wijk in Medellín. Daar hebben we de alibi’s op elkaar afgestemd. Ik liet me zelfs in elkaar slaan, en vertelde de politie dat ik slachtoffer was geworden van een autodiefstal, waardoor ik helemaal niet bij de bar had kunnen zijn. Maar helaas; het nummerbord was bij de bar genoteerd en men doorzag mijn leugens. ” In juni 1995 werd Humberto Muñoz Castro berecht. Hij kreeg 43 jaar en twee maanden cel opgelegd, die hij mocht gaan uitzitten in het Itagüí Maximum Security Prison, een gevangenis nabij Medellín. In 2001 werd besloten deze straf te verlagen naar 26 jaar, vanwege zijn goede gedrag. De moordenaar weet van de haat van het volk. In een interview: “Dat ik hier zit is waarschijnlijk de enige reden waarom ik nog leef. De boel is uitstekend beveiligd. Waarschijnlijk zou ik allang dood zijn als ik in het Bella Vista zou zitten, de overbevolkte gevangenis aan de andere kant van de stad.”
Muñoz Castro zou oorspronkelijk 43 jaar vastzitten maar kwam in 2005 alweer vrij wegens goed gedrag: hij heeft veel werk verricht en flink gestudeerd tijdens zijn elf jaren achter de tralies. De man heeft uiteindelijk maar een kwart van zijn straf uitgezeten. Waarom hij al zo snel vrij mocht komen is voor de nabestaanden een groot raadsel, maar ook voor het Colombiaanse volk was de beslissing uiterst controversieel. De moordenaar is na zijn vrijlating in anonimiteit ondergedoken.
Herinneringen aan Escobar
Escobars vader, overleden in 2008, is na juli 1994 nooit meer de oude geworden: “Het was geen incident zoals er bij ons wel meer plaatsvinden op straat. Het was een vooraf geplande moord. Ze namen alle tijd om Andrés te vernederen en uit zijn tent te lokken”, legde hij uit aan de massaal toegestroomde media. En goede vriend Juan Jairo Galeano: “Het moeten compleet gestoorde mensen zijn geweest, die zo zijn geworden door de bandeloze sociale situatie in ons land. Door het ontbreken van ook maar enige normen en waarden. Colombia is zo ontzettend ziek dat een groots man, zowel op sportief als op menselijk vlak, een menselijke fout noodlottig is geworden. Waarom? Daar is geen antwoord op te geven.”
Escobar had, samen met zijn familie en vrienden, het idee opgevat om wat terug te doen voor de kinderen in de sloppenwijken van Medellín. Het plan kwam tot uitvoer na de moord, en Escobar leeft voort in de naam van de organisatie: El programa social y deportivo Andrés Escobar Saldarriaga. “Ons doel is niet direct om voetballers op te leiden, maar om mannen van hen te maken. Mensen die leven volgens normale normen en waarden, waar het bij hen die Andrés van het leven beroofden ernstig aan ontbrak”, aldus Galeano.
Broer Santiago is dankbaar voor alle mooie herinneringen, maar zegt dat zijn familie nog steeds gebukt gaat onder de pistoolschoten die een einde maakten aan het leven van de nog maar 27-jarige voetballer. ‘Sachi’ is nu een in Colombia bekende voetbaltrainer en vader van twee kinderen. Pamela, de achtergebleven vriendin, bewaart nog steeds de oude medailles en voetbalshirts – ze is tandarts geworden in Medellín. Santiago: “We hebben het samen nog vaak over Andrés. Emotionele momenten. Met mijn vader sprak ik er zelden over. Het was te moeilijk voor hem. Hij is gestorven met een gebroken hart. Hij heeft nooit begrepen waarom zijn zoon is vermoord. Mijn vader is overleden met een vieze smaak in zijn mond.”
De begrafenis van Andrés Escobar werd gehouden op de dag na de moord, op zondag 3 juli. Colombia rouwde, 120.000 mensen bezochten diezelfde dag het graf. Twee weken later werd buurland Brazilië wereldkampioen na een penaltyreeks tegen Italië. Het zal de inwoners van Medellín maar weinig hebben geïnteresseerd.
Nu in de winkels het boek Eigen Doelpunt. Voetbal en maffia in het Colombia van Escobar. Auteur Nico Verbeek woont al vijftien jaar in Medellín.
Speak Your Mind