Route 17 – Oorlog in Valkenswaard, Dommelen, Waalre en Aalst
Donderdag 27 augustus 2020
Afgelegd: 50 kilometer
Totaal: 963 van 1000 kilometer
Eerdere blogs van dit project op een rijtje: klik hier
Tien dagen niet gefietst en dat binnen de beperkte tijd van dit project; in twee maanden 1.000 kilometer fietsen. Ik had er natuurlijk vooraf rekening mee gehouden: wat meer fietsen tijdens de zomervakantie, zodat ik in de laatste week van augustus niet veel kilometers meer hoef. Mijn vorige rit was op 17 augustus, inmiddels is het schooljaar weer begonnen. Lekker weer aan het werk.
De routes van Death Valley de Peel (pdf) en de Liberation Routes Brabant van Brabant Remembers heb ik nu allemaal gefietst; om tot de 1.000 kilometer te komen moet ik eindigen met twee eigen routes. Net zoals ik ook de route Eindhoven/Nuenen onlangs zelf uitzette. En toen stuitte ik tot mijn verwondering op een prachtig boekje, vorig jaar uitgegeven door Ferdi Das uit Valkenswaard. Hij werkt in de toerismesector en is geïnteresseerd in de Tweede Wereldoorlog, en dan met name in de gebeurtenissen in zijn eigen regio. Het boekje is mooi: tweetalig, voorzien van routekaartjes en met veel informatie over 39 points of interest in Valkenswaard, Dommelen, Waalre en Aalst. Mijn eigen voorbereiding was zo klaar; met dit boekje kom ik er wel. Eén lus sla ik over: de Britse militaire begraafplaats tussen Valkenswaard en Borkel heb ik al gehad in een eerdere route, evenals de horecagelegenheid iets verderop, waar de Britten een pilsje dronken op de aanstaande bevrijding. Lees over die plekken meer in deze blog.
Weinig bunkers dit keer, of andere fascinerende objecten die de tand des tijds (meer dan 75 jaar…) hebben doorstaan. Ik begin en eindig wel bij een bijzondere bunker; lees daarover meer hieronder. Oorlog in Valkenswaard, Dommelen, Waalre en Aalst: daar gaan we!
Herenboerderij De Bunker
Ik parkeer mijn auto vandaag bij Herenboerderij De Bunker, in het noorden van Valkenswaard. Olga Jonk coördineert hier allerlei activiteiten en ze heeft me op het hart gedrukt om echt even te komen kijken. Hier begint en eindigt mijn zeventiende fietstocht.
De officiële benaming van dit markante gebouw aan de Waalreseweg is Birkenhof. Het werd vanaf eind 1942 gebouwd door de Duitsers: ze wilden er een aftapcentrale huisvesten, voor het onderscheppen van berichten van de geallieerden. Meer dan de helft van het gebouw is daarom ontworpen als bunker, met betonnen muren van wel drie meter dik en een stevig dak. Om het beton kwam een bakstenen schil ter camouflage en zo kwam het geheel eruit te zien als een boerderij; ik ontdekte al eerder deze zomer hoe goed de Duitsers waren met het camoufleren van objecten. De bunker werd in december 1943 in gebruik genomen door de afluisterdienst, Forschungsstelle Langeveld. De telecommunicatie-experts luisterden op grote schaal telefonie-gesprekken af tussen geallieerde ambtenaren en (hoge) officieren. De opgevangen gesprekken werden via een rechtstreekse verbinding doorgestuurd naar het Duitse hoofdkwartier in Berlijn. Het hoogtepunt: op een dag vingen de Duitsers vanuit Valkenswaard een telefoongesprek op tussen Churchill en Roosevelt!
Vlak voor de bevrijding van deze regio werden de antennes en apparatuur afgebroken en verplaatst naar Duitsland.
Nu is er van alles te doen hier; als ik arriveer heeft een groep ondernemers een cursus, maar je kunt hier ook vergaderen, er zijn exposities en je kunt hier overnachten. Interessant voor mij zijn natuurlijk de activiteiten die met de oorlog te maken hebben. Groepen kunnen hier luisteren naar hoorspelen: hoe werkte communicatie in 1940-45? Educatief, met name voor nieuwe doelgroepen. Je kunt hier radio-uitzendingen maken in het audiocentrum en er zijn escaperooms met het thema Tweede Wereldoorlog. Ik loop door de ruimtes, de bunker is vrij groot. Er staan oude meubels, typemachines uit grootmoeders tijd en op een tafel liggen kranten uit de oorlog. Ik loop daarna een rondje om het gebouw en alleen als je wat beter kijkt, zie je dat het hier niet gaat om een normale boerderij. Ik kijk door de kleine ramen en zie geen leuke gordijntjes, bloemetjes of kunst en kitsch – alleen beton.
Als ik uren later terugkom bij mijn auto, na de fietstocht, stapt de bewoner van de boerderij op me af. Hans Jonk, vader van Olga, vertelt me dat er ooit nog een soort museum was in de bunker. Een enthousiasteling nam contact op; hij had 5.000 kilo aan audio- en afluisterapparatuur uit de oorlog. Animo was er helaas nauwelijks; de verzamelaar exposeert nu in museum Bevrijdende Vleugels. Hij heeft volgens Hans ook erg veel in zijn eigen huis opgeslagen; ik zie ongeveer wel voor me hoe die bovenverdieping eruit moet zien.
Dank aan de familie Jonk voor het openstellen van de bunker!
Valkenswaard
Op naar het centrum van Valkenswaard, waar ik diverse plekken bezoek die te maken hebben met de oorlog. Ik begin op begraafplaats Op den Rösheuvel. Ik moet even zoeken naar de oorlogsgraven en het monument; uiteindelijk vind ik ze allemaal dicht bij elkaar, links van de heuvel met de beelden. Op het monument uit 2014 staan alle namen van de oorlogsslachtoffers uit Valkenswaard. In het boekje van Ferdi Das lees ik enkele persoonlijke verhalen bij de graven waar ik vervolgens voorbij loop. Neem sigarenmaker Jan Poppeliers; 35 jaar al en door de Nederlanders opgeroepen om het land te verdedigen. Op 10 mei 1940 werd de bunker waar hij inzat, door een voltreffer geraakt. Hij was op slag dood. Een stuk jonger was Jan Rijnders, lid van het verzet. Hij maakte de bevrijding in deze regio mee en sloot zich aan bij het Amerikaanse leger; op 18 oktober 1944 werd hij door een granaat getroffen in Aken. Held. Ik zie de graven van enkele burgers die vielen tijdens de bevrijding van Valkenswaard en die van werklieden die kort na de bevrijding bij Lommel stierven na een ongeluk met een Duits kanon. Cornelis de Boer en Frits Gerlings stierven in respectievelijk Berlijn en Oberndorf; ze moesten voor de Duitsers werken en keerden nooit meer terug naar huis.
In de Oranje Nassaustraat staat het Carolus-gebouw, nu een plek waar diverse musea in gehuisvest zijn. Tijdens de oorlog was hier een klooster en een ziekenhuis, en gewonde Duitse soldaten werden hier verzorgd. Later was er een noodhospitaal voor gewonde geallieerden en burgers. Ik fiets door naar de Karel Mollenstraat-Zuid. Ooit was dit de Fabriekstraat, maar de Duitsers veranderden diverse straatnamen naar lokale bekendheden om sympathie bij de bevolking te winnen. Ik fiets door de straat, richting centrum. Er zijn hier diverse burgerslachtoffers gevallen bij Britse beschietingen, tijdens de bevrijding. Als ik op het volgende kruispunt ben, zie ik dat de winkelstraat hier De Corridor heet, vernoemd naar de smalle strook waarlangs de geallieerden vanuit Lommel via Valkenswaard optrokken richting uiteindelijk Arnhem – operatie Market Garden.
Op het Verzetstrijdersplein staat een mooi bronzen beeld van een vrouw. Het is onthuld in 1953 en op het voetstuk lees ik: Wij Gedenken. Het staat hier mooi, in een rustig plantsoen dichtbij het bruisende marktplein. Bruisend ja, want het is donderdag: tijd voor de weekmarkt. En dat is kennelijk een hele happening in Valkenswaard: vijf mannen staan om instrumenten te blazen en er loopt veel volk langs de afzettingen door richting gezelligheid. De zon schijnt, de terrasjes zitten vol.
Ik fiets naar de markt, waar een luisterzuil te vinden is van Liberation Route Europe. Het verhaal gaat over de bevrijding van het dorp. Door de gevechten eerder op de dag, bereikten de Britten Valkenswaard pas om half acht ’s avonds op 17 september 1944. Daar werd besloten om de nacht door te brengen. Valkenswaard had heftig onder de beschietingen geleden; huizen stonden in brand en er waren veel doden gevallen. Toch werden de bevrijders met groot enthousiasme binnen gehaald. Waarom ze niet direct verder optrokken naar Eindhoven, is nooit duidelijk geworden. Het blijft een groot raadsel. Waren de troepen toe aan rust? Was het te riskant om in het donker verder op te rukken? Later bleek dat onder meer dit oponthoud in Valkenswaard grote negatieve gevolgen had voor het verloop van Operatie Market Garden. Op de 18e arriveerden de Britten in Eindhoven, net als de Amerikanen, die die stad binnenkwamen via Woensen. Alles over die dag in deze blog.
Ik maak een foto met achter de marktkramen de Sint-Nicolaaskerk. Op precies dezelfde plek werd een later beroemd geworden foto gemaakt op 17 september 1944.
Door naar Hotel de Valk, aan de Frans van Beststraat. In de jaren dertig was hier een herberg met een koffiehuis, onder meer bedoeld voor de reizigers van het spoorwegstation dat hier destijds tegenover lag. Het hotel is de oorlog ongeschonden doorgekomen, en dat is een wonder. Bij een verbouwing in 1966 werd een bom gevonden die bij de bevrijding naar binnen geschoten was en onder de grond terecht kwam. Hij is niet afgegaan en heeft nooit enige schade aangericht. Gelukkig maar. In het plantsoen voor het hotel staat een kunstwerk verstopt, De Dahlia. Het eert de Stichting Bloemencorso Valkenswaard, een jaarlijkse optocht die al vele malen in het teken stond van de bevrijding.
Het treinstation hier in Valkenswaard werd overigens in 1962 gesloopt; tijdens de oorlog gebruikten de Duitsers de verbinding Hasselt – Valkenswaard – Eindhoven (het Bels lijntje) vooral voor goederenvervoer. Dorpsgenoten zullen het wel missen neem ik aan, die treinverbinding.
Ik fiets nu meer oostwaarts, richting de velden van voetbalvereniging De Valk. Op de Valkenierstraat maak ik een foto; er is nu niets meer te zien, maar kort na de bevrijding werd hier door de Britten een vliegstrip ingericht – nuttig wanneer het Eindhovense militaire vliegveld Welschap niet gebruikt kon worden. Er was geen echte start- en landingsbaan en navigeren ging via een eenvoudige windzak. Vanaf hier werden er verkenningsvluchten achter de Duitse linies gemaakt; zouden de bewoners van dit stille straatje ervan weten?
Door naar de rotonde bij de John F. Kennedylaan en de Leenderweg. Er is hier een industrieterrein en ook hier wijst niets meer op de interessante geschiedenis van deze plek. De Duitsers bouwden kampen voor Nederlandse adolescenten die een soort dienstplicht moesten vervullen; denk dan aan werkzaamheden in de bos-, land- en wegenbouw. Ook vrouwen werden opgeroepen: die hielden zich voornamelijk bezig met verzorgende taken. Hier, aan de Leenderweg, werd NAD-kamp 424 gerealiseerd: NAD stond voor Nederlandse ArbeidsDienst. Er stonden een aantal barakken, facilitaire voorzieningen en een appèlplaats met een vlaggenmast.
Vanaf de rotonde is het maar 750 meter rijden naar de poort van Villa Valkenhorst. Privé-eigendom, ik rijd maar niet verder, al moet ik me bedwingen. Je kunt het landgoed huren voor zo’n 4.000 euro per week, lees ik ’s avonds, all in. Van een afstand zie ik de iconische schoorsteen: wat een mooi pand. En dat vonden de Duitsers ook: al in mei 1940 namen ze de villa in beslag. Duitse radio- en communicatie-experts namen hier hun intrek. De eigenaar was toen al naar Londen gevlucht. De bomen langs de oprijlaan werden gekapt, er kwamen antennemasten voor in de plaats. Ondergrondse kabels verbonden de villa met de telefooncentrale in het postkantoor van Valkenswaard; zo was er direct contact mogelijk met het hoofdkwartier in Berlijn. Toen het onveilig werd in deze omgeving werd medio 1943 gezocht naar een nieuwe omgeving en er kwam een nieuw onderkomen in Valkenswaard: Herenboerderij De Bunker, waar ik mijn blog mee begon.
Ik mag nu een kilometer of vier fietsen, op weg naar begraafplaats Eikenhof, ten zuiden van Valkenswaard. Als ik aankom, rijdt een auto net weg. Het is 16:02 uur als ik op internet check waarom de poort gesloten is. Verdorie: een paar minuten eerder en ik had nog op het terrein kunnen komen. In die auto zat natuurlijk de beheerder. Drie oorlogsgraven hier: Leo Verdonk overleed in Oberndorf, waar hij door de Duitsers tewerk was gesteld, aan tyfus. De heren Kamp en Meurkens kwamen om bij het ongeluk waaraan ik al refereerde bij de eerder bezochte begraafplaats in Valkenswaard: die met het kanon, bij Lommel. Ongelofelijk: kom je de oorlog ongeschonden door, sterf je een maand na de bevrijding.
De begraafplaats op de zevende foto hieronder. Moet je kijken, die blauwe lucht. En dat terwijl de kenners niet veel goeds voorspelden voor deze middag… Ik ben opnieuw gezegend met goed weer. Wie de fietsroute uit het boekje van Ferdi Das volgt, gaat nu verder zuidwaarts, richting het Britse militaire kerkhof en het dorp Borkel. Ik heb deze hoek al verkend (zie deze blog) en trek dus richting het westen: op naar mijn eerste ontmoeting van vandaag met de rivier de Dommel.
Ik arriveer in buurtschap Venbergen, zo’n beetje de poort tot het mooie natuurgebied De Malpie. Ik rijd voorbij café-restaurant de Venbergse Molen, weer zo’n plek waarvan ik denk: hier moet ik nog een keertje terugkeren met mijn gezin. Nu is mijn doel zevenhonderd meter verderop, aan de N69. Hier ligt over de rivier de Dommel de Victoriebrug. Ik schreef er uitgebreid over in deze blog, alhoewel ik toen niet op deze plek was geweest. Het verhaal in het kort: nog voor de geallieerden ons land gingen bevrijden, was er een bliksemsnelle en uiterst gewaagde verkenning van twee Britten die vanuit Lommel deze kant opkwamen. Ze gingen zo snel, dat de Duitsers niet eens adequaat konden reageren. Hun doel: kijken of ze de brug waarop ik nu sta, nog ongehinderd konden oversteken. De Stenen Brug, zo stond deze brug toen nog bekend. Vanaf een afstand zagen de Britten een Duitse tank op de brug staan, en daarmee was hun vraag beantwoord. Er werd snel een biertje gedronken in een kroeg die nog steeds bestaat (zie ook eerdere blog) en ze keerden terug naar Belgisch grondgebied. Nogmaals: lees het hele verhaal hier.
Dommelen
Dommelen: je bent erin en eruit voor je er erg in hebt. Net geen tienduizend inwoners, wel een mooie brouwerij (Dommelsch) en een historische watermolen. Voor ik bij die watermolen ben, passeer ik het adres Dommelseweg 200. Hier lag vroeger de wasserij van Thomas Daems. Er werd kleding gewassen, maar mensen konden hier ook een warme douche nemen (10 cent) en zelfs een bad (25 cent). Er waren enige tijd Nederlandse militairen gelegerd hier, tijdens de bezetting kwamen hier de Duitsers gebruikmaken van de voorzieningen en na de bevrijding ook de Engelsen. Er staat hier nu een groot en modern bedrijfspand, maar daarachter vind ik de kleinere gebouwtjes die ik herken van oude foto’s.
Honderdvijftig meter van de wasserij ligt de brug over de Dommel, die de militairen in de wasserij moesten bewaken en op moesten blazen zodra de Duitsers naderden. Hier ligt de Dommelse Watermolen, een graan- en oliemolen uit de tweede helft van de veertiende eeuw. Tijdens de oorlog heeft de molenaar samen met zijn zoon graan gemalen voor mensen in de omgeving. Ook werden er onderduikers verstopt in de ruimte onder het pakhuis. De Duitsers zijn er nooit achtergekomen.
Ik mag nu vijf kilometer fietsen richting het noorden, zo’n beetje parallel aan de riviertjes de Dommel en de Keersop. Ik fiets door Dommelen en door het buurtschap Keersop, daarna ga ik via onder meer de Broekhovenseweg naar de volgende watermolen op de Dommel: de Volmolen. Ook hier was al rond 1350 een watermolen, tegenwoordig zit op de pittoreske plek een eetcafé. De precieze plek is mij niet bekend, maar als ik vanuit hier over de weilanden kijk richting de buurtschappen Timmereind en Loon, kijk ik in de goede richting. Hier hebben in 1943 twee vliegtuigcrashes plaatsgevonden. Zeven bemanningsleden kwamen op 29 juni om het leven toen hun Halifax neerstortte na een bombardement op de stad Keulen. Een Duitse nachtjager had het toestel neergeschoten. De andere crash betrof een Duits toestel, neergeschoten door Canadezen. De vier inzittenden van de Dornier waren op slag dood.
Helaas lag adres Timmereind 5 in het zojuist genoemde buurtschap Timmereind net wat te ver van de route. In de boerderij die hier nog steeds staat, waren tijdens de oorlog Duitse militairen ingekwartierd. Ze hoorden bij de opruimingsdienst: na een vliegtuigcrash moesten ze zo snel mogelijk ter plaatse komen om doden te bergen en wrakstukken veilig te stellen. Veel onderdelen konden worden hergebruikt. Opmerkelijk: op hetzelfde adres aan het Timmereind waren ook Joden en Engelse piloten ondergedoken. Het is een wonder dat de Duitsers hen niet hebben ontdekt. Lokale inwoners probeerden overigens altijd eerder bij een verongelukt vliegtuig te komen. Van parachutes kon kleding gemaakt worden, van plexiglas sieraden en er waren nog veel meer mogelijkheden: men werd vindingrijk bij schaarste. Het doorzoeken van een crashlocatie was uiteraard ten strengste verboden.
Waalre
Verder naar het noorden, een kilometer of vier, op naar de volgende brug over de Dommel die een rol speelde bij de opmars van de geallieerden: de Onze Lieve Vrouwebrug. Tweehonderd vijftig meter verderop is de A2, daarachter het ziekenhuis van Veldhoven.
Valkenswaard werd op 17 september bevrijd en zoals ik al schreef, de Britten besloten om de nacht hier door te brengen. Rond half zes die ochtend vervolgden ze hun opmars via Aalst naar Eindhoven. Er waren ook eenheden die alternatieve routes moesten verkennen, zoals de weg naar Eindhoven via Veldhoven. Op de Onze Lieve Vrouwebrug staken ze met hun pantserwagens over: het ging in 1944 over een houten noodbrug. De oorspronkelijke brug was, net als de meeste bruggen in de omgeving, in 1940 door het Nederlandse leger opgeblazen om de Duitse opmars te vertragen. Het was deze verkenningseenheid van luitenant Palmer die op 18 september om 12:15 uur als eerste contact had met de Amerikaanse parachutisten die in Son waren geland, en die Eindhoven van de andere kant waren genaderd. De route via deze brug werd snel doorgegeven en meerdere tanks volgden, maar daar was de brug niet sterk genoeg voor. Een Sherman-tank kwam op zijn kant in het water terecht en er kon een streep door deze alternatieve route.
Ik fiets terug richting Waalre over de Onze Lieve Vrouwedijk en aan mijn linkerhand ligt natuurgebied De Hogt, het toneel van twee vliegtuigcrashes. De crash van een Duitse Dornier, in juli 1943, liep goed af: de inzittenden waren gewond, maar overleefden. Piloot Duncan Cumming had minder geluk; zijn Typhoon crashte hier op 24 december 1944, al snel na de start in Eindhoven. De Canadees was op weg naar de Ardennen, om daar de Duitsers vanuit de lucht te beschieten. Een Duitse Messerschmitt maakte een einde aan zijn leven, Cumming werd slechts 23 jaar oud.
In Waalre fiets ik naar de Oude Willibrorduskerk, waarvan een deel al gebouwd werd in de twaalfde eeuw. Ook het pad ernaartoe is al eeuwenoud. De toren is van de vijftiende eeuw en hieruit zijn in de oorlog drie kerkklokken geroofd door de Duitse bezetter; ze zijn omgesmolten ten behoeve van de oorlogsindustrie. Sinds de bevrijding is de kerk in gebruik als herdenkingskapel voor Brabantse gesneuvelden, maar ik kan helaas niet binnen kijken. De deur is op slot. Ik had graag het eregraf gezien. Hierop staan de wapens van Nederland en Brabant en de tekst: ‘Het Brabantse volk eert zijn gesneuvelde zonden die voor het vaderland vielen en van wie een hier rust tot de dag van de opstanding.’ Het gaat om het eregraf van ‘de onbekende Brabantse soldaat’, maar in het graf ligt wel degelijk iemand van wie we de naam kennen: het gaat om de uit Eindhoven afkomstige soldaat Dick van Toor. Hij stierf op 10 mei 1940 in Rotterdam, na geraakt te zijn door een Duitse sluipschutter. De soldaat werd niet ouder dan 22 jaar.
Ik loop een rondje over het kerkhof. Een man is met een gieter bezig bij het graf van iemand die net overleden is; daarbij vergeleken ben ik natuurlijk maar met onbelangrijke dingen bezig. Ik zoek het graf van Leo Theunissen, een 24-jarige jongen uit Valkenswaard die van de Duitsers moest gaan werken in een munitiefabriek in Oberndorf. Toen er tyfus uitbrak in het werkkamp, stierven er meer dan zestig arbeiders. Ook Leo kwam nooit meer thuis. Niet ver hier vandaan is het graf van schrijver Antoon Coolen. Hij schreef voor verzetsbladen en verafschuwde de Duitsers, die invloed wilden uitoefenen op de pers en kunstwereld in Nederland. In 1943 solliciteerde Coolen naar het burgemeestersambt in Waalre. Van de Nederlandse autoriteiten mocht hij, maar de Duitsers vonden hem ongeschikt. In mei 1944 dreigde voor Coolen gedwongen tewerkstelling in Duitsland; hij dook onder. Voor straf werd zijn gezin op straat gezet en zijn inboedel kort en klein geslagen. Het was deze Coolen die vervolgens na de oorlog zo gedesillusioneerd raakte, toen hij in Deurne een lokale krantenstrijd verloor van Hub van Doorne. Deze industrieel ging het voor de wind, terwijl hij bij de Duitsers mooie orders had binnengesleept. Ik schreef erover in mijn blog over Deurne; het hele verhaal staat in het boek van Brabant Remembers.
Ik fiets door Waalre; kan me niet herinneren dat ik hier ooit eerder ben geweest. Ik fotografeer een voormalig klooster waar nu, zo lees ik online, kwetsbare doelgroepen worden begeleid. Op het dorpsplein fotografeer ik de muziekkiosk met daarachter de Heilige Willibrorduskerk. Ik rijd anderhalve kilometer over de Willibrorduslaan en houd even halt bij het gemeentehuis. Dat blijft mijn eerste associatie als ik aan Waalre denk: de grote brand na de doelbewuste aanslag op het gemeentehuis, waarbij het pand grotendeels verwoest werd. Ik moet even googlen; ik zou niet zeggen dat dit alweer acht jaar geleden is. Het is prachtig gerenoveerd allemaal en het Huis van Waalre is nu een multifunctioneel complex. Ik maak de foto met op de voorgrond de straatnaamborden. De Koningin Julianalaan heette in 1940 nog de Julianaweg, maar de Duitsers probeerden alle herinneringen aan het Nederlandse koningshuis uit te bannen. Wilhelmina, Juliana, Bernhard, Beatrix: wie tot de Oranje-familie behoorde en nog leefde, raakte alle naar hem of haar vernoemde straatnamen kwijt. In Waalre kregen de straten de namen van bekende schilders; de Julianaweg werd tijdelijk de Pieter Brueghelstraat.
Vanaf dit kruispunt schiet ik een mooi fietspad op richting de Burgemeester Mollaan in Aalst. Hier lag in de oorlog het in de volksmond genoemde ‘bommenlijntje’, een spoorlijn-aftakking die de Duitsers snel na de bezetting realiseerden om materieel, brandstof en munitie naar het Eindhovense vliegveld Welschap te vervoeren. Twee roodwitte Andreaskruizen herinneren er nog aan.
Als ik in Aalst arriveer, ben ik weer vlakbij de A2. Eindhoven ligt aan de andere kant van de snelweg. In de verte zie ik een viaduct; in deze omgeving stortte in juni 1943 een Lancaster neer, waarbij zes Engelsen en een Canadees om het leven kwamen. Mijn volgende bestemming is niet dit viaduct, maar het viaduct op ruim een kilometer naar het oosten.
Aalst
Via de Burgemeester Mollaan kom ik op de Eindhovenseweg en als ik links afsla kom ik bij viaduct Prinses Irenebrigade. Die eenheid bestond uit ongeveer 1.300 Nederlanders die in Engeland terecht waren gekomen: militairen die na de capitulatie uitweken, Engelandvaarders, andere vrijwilligers en Nederlanders uit het buitenland die bij de brigade hun dienstplicht vervulden. Ze beschikten over pantserwagens, rupsvoertuigen en artillerie. De mannen kwamen voor het eerst in actie in Normandië, na D-Day. Daarna waren ze actief bij operatie Market Garden; bij Lommel kwamen ze voor het eerst weer op Nederlandse bodem (ik schreef erover in deze blog). Dit viaduct kreeg haar naam na inspanningen van wethouder Ton Herbrink. Hij is in 2016 overleden op 97-jarige leeftijd en was tot op dat moment de laatste nog levende Brabantse veteraan van de Irenebrigade.
Het mooie fietsrouteboek van Ferdi Das kent in totaal vier points of interest boven de A2, op Eindhovens grondgebied. De enige die ik meeneem op mijn eigen route, ligt op ongeveer 850 meter van het viaduct Prinses Irenebrigade. Landgoed Eikenburg is prachtig gelegen aan de Aalsterweg. Ik fiets door een mooie laan en arriveer dan bij een kapel en een groot U-vormig gebouw, bestaande uit drie vleugels, opgeleverd in 1898. Tot de Tweede Wereldoorlog was er een jongensinternaat gevestigd van de Broeders van Liefde, maar ook een lagere en middelbare school en een Broederopleiding. De Duitsers hadden er allemaal niet zoveel boodschap aan, ze vorderden het prachtige gebouw in mei 1940 om er gewonde Duitse militairen te kunnen verzorgen.
Er lopen wat mensen rond en ik vraag me af wat de huidige functie van het complex is. Google helpt. Na een renovatie en verbouwing zijn in 2013 in het hoofdgebouw zeventig sociale huurwoningen gerealiseerd. Nou, dat lijkt me prachtig wonen.
Fijn, er is ook een ingang aan de andere kant van het terrein: hoef ik niet dezelfde weg terug. Via de Roostenlaan fiets ik langs allerlei sportvelden waar op dit moment actief wordt gesport, terug richting de A2. Ik ga onder het viaduct door terug naar Waalre. Nu raast het verkeer hier voorbij, op slechts een paar honderd meter van knooppunt Leenderheide; het moet er hier in 1944 heel anders hebben uitgezien. Weilanden, zandpaden, hier en daar een boerderij. De Duitsers hadden in dit gebied een hele sterke verdedigingsstelling, lees ik, zo’n beetje tussen de huidige viaducten Gestelsestraat en Roostenlaan. Vanaf hier werden de Britten beschoten die vanuit Valkenswaard en Aalst naar Eindhoven wilden oprukken, op 18 september 1944. Luchtsteun was helaas niet mogelijk, onder andere door mist op de vliegvelden in België. Iedere Britse tank kreeg bij de brug over de Tongelreep, een zijriviertje van de Dommel, de volle laag. Opnieuw was er sprake van een forse vertraging. En operatie Market Garden had een behoorlijk strak tijdschema… De colonne van de Britten kwam tot stilstand, een lange sliert oorlogsvoertuigen van hier tot de Belgische grens. Pas rond 17:30 uur konden ze door richting Eindhoven.
In het dorp Aalst enkele plekken die ik graag wil bezoeken, voor ik richting buitengebied fiets en uiteindelijk bij het einde van mijn fietstocht kom.
In het parkje bij de Iman van den Boschlaan een mooi bevrijdingsmonument, onthuld in 1994. Het verbeeldt de gevoelens die bij Brabanders ontstonden tijdens de bevrijdingsdagen: de drie bronzen figuren ontdoen zich letterlijk van het keurslijf van de nazi-bezetting. Ik vind het prachtig, mooi gevonden door kunstenaar Karel Zijlstra. Geen groot monument, wel een krachtig. En dat allemaal in een leuk parkje in de verzetsheldenbuurt van Aalst. Ik fotografeerde het bord bij het Engelandvaarderspad, Iman van den Bosch was een held (lees hier) maar ik fotografeer ook de straatnamen Victor J.M. Swanelaan (lees hier) en Mevrouw Brantlaan. Over die laatste: Maria van der Pol, zo heette ze echt. Brant was een schuilnaam. Met haar man Willem was ze actief in het verzet. Ze zorgde voor voedsel voor onderduikers, bracht illegale verzetsblaadjes rond en verleende onderdak aan geallieerde piloten en Joden. Half mei 1944 is ze op heterdaad betrapt door de Duitsers, op 26 mei is ze thuis opgepakt. Ze belandde in het vrouwenkamp Ravensbrück en stierf in januari 1945. Leer hier meer over Maria; wat een trieste afloop voor een lokale heldin.
In de periode voor de bevrijding was het niet veilig in Aalst. Geallieerde vliegtuigen vielen de Duitsers aan die zich ten noorden van Aalst bevonden, ook grondlegers werden steeds actiever met de beschietingen. Burgers in Aalst moesten op hun hoede zijn. Op 13 september 1944 vielen er rond 20:15 uur granaten in het centrum van het dorp. Er was een enorme materiële schade, maar ook drie doden en diverse gewonden. In de Emmastraat werd de 4-jarige Marietje Hurkens dodelijk getroffen, in de Gestelsestraat kwam het echtpaar Van der Sanden om het leven. Vreselijk, zo kort voor de bevrijding. Na deze dag trokken mensen weg uit het centrum of scholen ze hele dagen in hun schuilkelders; er vielen niet meer slachtoffers.
Er staat een luisterzuil van Liberation Route Europe in het centrum. Het verhaal gaat over Britse militairen die op 18 september, tijdens de beschietingen en het wachten op de doorgang naar Eindhoven, tijd vonden voor een bezoekje aan de kapper. Tsja, dat moest ook gebeuren. “Kennelijk is niet iedereen overtuigd van de haast waarmee opgerukt moet worden”, zegt de vertelster van het audio-fragment. Ik denk dat de mannen dit wel degelijk wisten, maar dat ze wachtend in de colonne weinig anders konden doen dan zoeken naar afleiding. Wie urenlang stilstaat op de Eindhovenseweg in Aalst, kan ook wel even een winkel of bar in, of naar de kapper.
Op de Primulalaan bezoek ik de begraafplaats van Aalst. Ik vind er vrij snel het graf van Gerrit Schoenmakers, 27 jaar toen de oorlog uitbrak. Hij moest in militaire dienst en bevond zich in Tilburg toen er op 12 mei 1940 een schotenwisseling was bij de brug over het Wilhelminakanaal, op het moment van de ontploffing van die brug. Gerrit kwam hierbij om het leven. De verzetsheldenbuurt in Aalst kent ook de Schoenmakerslaan.
Mie Pils en de Eindhovensche Golf
Altijd een mooi moment: ik mag de natuur in! Ten oosten van de wijk Ekenrooi in Aalst ligt een bosrijk gebied met daarin heidevelden en diverse vennetjes; de blikvanger is het Meeuwven. De afstand naar mijn volgende bestemming is nog geen twee kilometer, maar het is fijn om weer even lekker in de bossen te rijden. Vlakbij het Meeuwven ligt een boscafé dat beroemd is in de regio: de Hut van Mie Pils. Er wordt hier al getapt sinds 1717, lees ik ergens, en toen de herberg van Maria Peels was, kreeg het de naam die we nu nog kennen. Ik moet even de verleiding weerstaan; een koud glas bier gaat er eigenlijk wel in. Ik maak wat foto’s van de omgeving en fiets door.
In de nacht van 2 op 3 juni 1942 voerden de geallieerden een bombardement uit op de Duitse stad Essen. Het ging om 195 vliegtuigen en veertien keerden niet terug naar Engeland. Een daarvan, een Wellington met vijf Nieuw-Zeelanders aan boord, was in Duitsland door luchtafweer geraakt. De motoren vielen uit en een noodlanding werd noodzakelijk. Het vliegtuig kwam neer in de buurt van de Hut van Mie Pils en brak doormidden. De gewonde bemanning vernielde de belangrijkste apparatuur, stak het vliegtuig in brand en vluchtte. De volgende dag werden ze opgepakt door de Duitsers en naar verschillende krijgsgevangenenkampen gebracht. Ze hebben alle vijf de oorlog overleefd.
Ik mag drie kilometer fietsen over bos- en zandpaden. Geen straf, wel even zwaar nu de teller al richting de vijftig kilometer gaat. Ik ben op weg naar mijn laatste bestemming: De Eindhovensche Golf. Volgens de kenners een van de beste en mooiste golfbanen van Nederland, gelegen op een voormalig landgoed van de familie Philips. De golfbaan is er al sinds eind jaren twintig en hoort daarmee bij de oudere banen in het land. Sinds 2014 is de circa 400 hectare in het bezit van ondernemer Wim van der Leegte. Ik moet vooraf even toestemming vragen om het terrein te betreden; alleen leden en hun gasten mogen hier komen. Ik stuur een verzoek per mail en al heel snel ontvang ik een fijne reactie namens de secretaris.
Ik kom uit de richting van de Hut van Mie Pils en nader de golfclub dus ‘aan de achterkant’, via de Gagelhof. Hier fotografeer ik een prachtig wit landhuis, het Heihuis. De heide staat hier in bloei en ik probeer het paars zo mooi mogelijk vast te leggen. Zul je altijd zien: vlak na het opbergen van de camera huppelt er een reetje door de heide. Dat zou een prachtige foto zijn geweest, maar natuurlijk ben ik te laat.
Vlakbij is ook het statige Gagelhof, nog zo’n prachtige villa – ik maak hier op een ander moment nog wel een keer een foto van. In deze landhuizen woonden de families Otten-Philips en Van Riemsdijk-Philips. Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam de Duitse bezetter zijn intrek in deze huizen. De families vertrokken noodgedwongen naar Amerika en Eindhoven. Het clubhuis, dat ik even later ook fotografeer, werd niet gevorderd. Het is net zo oud als de golfclub, een prachtig pand met een rieten kap. Er kon gewoon gegolfd worden in de oorlogsjaren en daar maakten de leden graag gebruik van – al werden de golfballen wel steeds schaarser. Aan het einde van de oorlog kost zo’n balletje dertig gulden. Ik lees in een jubileumboek: “Het clubhuis wordt een belangrijk trefpunt maar ook een toevluchtsoord voor de dan meestal fietsende leden. ln de loop van de oorlog wordt het een onderduikadres en menig onderduiker maakt van de gelegenheid gebruik om te golfen. Maar voorzichtigheid is geboden. Eén van de boswachters blijkt NSB-er te zijn zodat zelfs het schieten van een konijntje voor de toch al karige inhoud van de pan, een hachelijke onderneming is.”
Ik moest me bij de caddiemaster melden, stond in de mail, maar een vriendelijke golfspeler vertelt me dat die al naar huis is. Als hij hoort dat ik er ben voor de oorlog, weet hij me te vertellen dat er Lancasters zijn neergestort op het terrein. Bij de tiende en zestiende hole, om precies te zijn: er staan bordjes, maar daar kan ik met mijn mountainbike niet bij in de buurt komen. Sowieso wil ik geen spelers storen in hun spel.
Tegen het einde van de oorlog werd het clubhuis dan ook tijdelijk bezet door de Duitsers, en in de Gagelhof kwam een noodhospitaal. De zeventiende hole was vrij recht en vlak en daarom werden er palen in de grond geslagen om te voorkomen dat hier Engelse vliegtuigen zouden landen. Groot was de blijdschap, ook hier, toen uiteindelijk de geallieerden een einde maakten aan de bezetting.
Een nieuwe tijd brak aan: de Engelse luchtmacht vestigde zich hier en het clubhuis werd hun kantine. In tegenstelling tot de Duitsers hielden de Engelsen wél van golf. De banen werden weer gemaaid en de palen op hole 17 werden verwijderd: er kon weer gewoon gespeeld worden. Er kwamen wel eens vliegtuig aangevlogen en soms kwam er bijzonder bezoek op de golfbaan. In oktober 1944 speelde de Engelse koning George VI hier op wat holes en op 16 december 1944 kwam ook de Britse veldmaarschalk Bernard Montgomery spelen. In zijn memoires: “Onder het spelen werden we gestoord door het bericht dat de Duitsers een zware aanval hadden ondernomen op het front van het Eerste Amerikaanse Leger. Ik nam afscheid van Rees en vloog meteen terug naar mijn hoofdkwartier te Zonhoven in België.”
Ik wil de Eindhovensche Golf bedanken voor hun gastvrijheid; fijn dat ik hier even mocht zijn. Hopelijk kan ik snel een keer terugkomen voor aanvullende beelden.
Ik moet drie kilometer fietsen om terug te komen bij Herenboerderij De Bunker, waar mijn auto staat. Als ik daar arriveer, heb ik 50,06 kilometer op de teller staan. Dat is wel heel dicht bij een mooi rond getal; toevallig. Het totaal na vandaag: 963 kilometer. Ik ben bijna bij het einddoel, binnen de gestelde termijn van twee zomermaanden! Ik heb een mooie rit gemaakt vandaag en veel geleerd, onder meer over het oponthoud van de Britten. Zo snel na de start van operatie Market Garden, al een cruciale vertraging.
Veel dank aan Ferdi Das voor zijn fietsrouteboek ‘Oorlogsherinneringen Valkenswaard en Waalre‘; goed uitgezette route, prettig leesbare duiding en ook nog eens snel toegezonden. Dankjewel! Interesse? Het boekje is verkrijgbaar bij onder meer VVV Valkenswaard en Herenboerderij De Bunker.
Bijzonder interessant artikel waar ik enorm van genoten heb. Bedankt!
Dankjewel Andre!! 🙂