Route 4 – Oorlog in Geldrop en Mierlo
Vrijdag 17 juli 2020
Afgelegd: 41 kilometer
Totaal: 258 van 1000 kilometer
Eerdere blogs van dit project op een rijtje: klik hier
Geldrop, terug naar mijn roots. Ik woonde hier de eerste zeven jaar van mijn leven en aan het einde van mijn jeugd nog even, als je terugzoekt kom je mijn voorouders tegen in de oudste registers. Ik kom er niet vaak meer maar het is altijd leuk om er doorheen te fietsen. En dan Mierlo, dorp dat ik eigenlijk helemaal niet ken en dat in 2004 fuseerde met Geldrop. Een mooie tocht van 41 kilometer langs alle monumenten en sporen van de Tweede Wereldoorlog, op een bewolkte vrijdagavond. De route komt uit Fietsen door Death Valley De Peel (pdf) en ik heb ook veel gehad aan deze fietstocht van de plaatselijke heemkundekring: dezelfde route maar dan met heel veel informatie. Die tweede route gaat ook door de Helmondse wijk Mierlo-Hout, dat tijdens de oorlog nog bij Mierlo hoorde. Dat stuk heb ik nu niet gedaan, hier kom ik tijdens mijn ronde in Helmond op een later moment (lees er hier uitvoerig over, fietstocht 6). Hier en daar plakte ik wel eigen lussen eraan vast, omdat ik meer plekken in Geldrop ken die vermelding in deze blog waard zijn.
Ik was in juni ook al even in Geldrop en maakte daar een vierluikje: vier locaties toen (bevrijding 1944) en nu. Die twee afbeeldingen vind je onder de fietsroute, klik erop voor een vergroting. Vervolgens mijn verhaal.
Geldrop toen (september 1944) en nu (juni 2020)
Heuvel en Nieuwendijk.
Mierlo
Ik begin vandaag bij het Oude Raadhuis van Mierlo. Het verzet pleegde hier een mislukte overval in februari 1944. Doel: de vernietiging van het bevolkingsregister. De kluisdeur bleek niet te forceren en toen ze halsoverkop moesten vluchten slaagden ze er ook niet in om het hele pand in brand te zetten. Het Oude Raadhuis (van 1806) bleef behouden. Wie met zijn rug naar het Oude Raadhuis staat, ziet vijftig meter verderop het bevrijdingsmonument van 1994. Opschrift: Wie de vrede bewaart, verdient de vrijheid.
De molen van Mierlo stond vroeger aan de rand van het dorp en de directe omgeving was in de oorlog nog onbebouwd. De enkele meters hoge molenberg was een geschikte locatie voor Duits afweergeschut. Ik kijk naar oude foto’s en fiets door richting de Heilige Luciakerk. Tijdens de oorlog zijn belangrijke generaals in deze kerk geweest en toen de Engelsen hun intrek namen in het ernaast gelegen klooster, kwamen zelfs de Britse veldmaarschalk Montgomery, de Amerikaanse opperbevelhebber Eisenhower, onze eigen prins Bernhard en de Engelse koning George VI op bezoek. Eerder waren het overigens de Duitsers die ingekwartierd waren in dit mooie pand.
Naast de kerk het kerkhof en ik maak een foto van het graf van de familie Sloots: de ouders en vijf kinderen. Een zeer tragisch verhaal waarover zo dadelijk meer.
Het Eindhovens Kanaal
Via de wijk Neerakkers, het Mariakapelletje, een klein bedrijventerrein en een kleine punt in Helmond, kom ik uit bij het Eindhovens Kanaal. Ik volg het fietspad ernaast ongeveer zeven kilometer en hier is veel te vertellen.
Bij de Nieuwe Brug, waar de Geldropseweg het kanaal kruist, ligt het buurtschap Den Brand. Afschuwelijk verhaal. In september 1944 wilden de Duitsers de brug laten springen om de Engelsen tegen te houden. De families Sloots en Verheijen hadden boerderijen op Den Brand en samen hadden ze een schuilkelder gemaakt en met in totaal dertien mensen gingen ze erin op deze fatale 21e september. De Duitsers en de geallieerden begonnen elkaar te beschieten, ieder aan een kant van het kanaal. De schuilkelder lag in vuurlinie en een afgezwaaide mortiergranaat kwam tot ontploffing op het dak van de schuilkelder. Allen kwamen om het leven. Toen een veertiende persoon even de deur van een andere schuilkelder opende om te kijken of de kust veilig was, werd hij ook doodgeschoten. Veertien slachtoffers, waaronder dus de familie Sloots: Marinus en Maria en hun kinderen Anna, Henrica, Theo, Gerard en Martien (zie foto hieronder). De graven op het kerkhof zijn in de loop der jaren allemaal geruimd, dat van de familie Sloots vind centraal op de begraafplaats in Mierlo.
De oudste zoon van het gezin was in Zeist ondergedoken omdat hij het risico liep voor de Duitse Wehrmacht te moeten werken. Hij kwam er na de oorlog achter dat zijn hele familie om het leven was gekomen. Diens zoon Rinus sprak erover op Dodenherdenking 2017 en zo leerde ik dit verhaal kennen, dankzij dit artikel erover in het Eindhovens Dagblad. Ik zie overigens op de boerderij
Ik fiets verder en wat is het Eindhovens Kanaal fotogeniek. Het eerstvolgende informatiebord gaat over de boerderij van de familie Sengers, waarvoor ik heel even de brug moet oversteken. Hier waren diverse onderduikers gehuisvest en ook was er een verbindingspost ingericht. Het is er stil nu en ik hoor alleen vogels fluiten, maar in 1944 reden er tanks voorbij en kwam hier een groot aantal Engelse soldaten samen.
Een aantal kilometer verderop een informatiebord over een vliegstrip achter boerderij De Heikrekel die in 2003 werd afgebroken. De Duitsers maakten gebruik van het vliegveldje en later had veldmaarschalk Bernard Montgomery hier zijn privévliegtuig gestationeerd – een tweemotorige Miles Messenger die Geldroppenaren vaak boven hun dorp zagen vliegen.
Ik fiets door tot de spoorbrug en zie in de verte al de torens van het Eindhovense centrum. De brug die hier lag in 1944, werd opgeblazen in de nacht van 17 op 18 september 1944. De schade was enorm: er reden geen treinen meer maar door de brokstukken in het water was er ook geen scheepvaart meer mogelijk. Geldrop was vanuit het zuiden het laatst bereikbare station: vandaar dat de gepantserde trein van generaal Eisenhower een week lang in dit dorp heeft gestaan.
Tijd om Geldrop in te gaan.
Geldrop
Ik rijd naar de Nieuwendijk en fotografeer nog eens de huizen die in juni al vastlegde, zie de collage onder de plattegrond bovenaan deze blog. Blijft fascinerend dat ik nu naar keurige tuintjes kijk, daar waar 75 jaar geleden nog logge tanks langs de huizen reden. Meer richting het dorp fiets ik langs nummer 52, de mooiste villa van de straat. Hier had de Britse veldmaarschalk Montgomery een maand lang zijn hoofdkwartier, tussen 7 februari en 10 maart 1945. Uitzonderlijk, want om veiligheidsredenen bleef hij normaal niet zo lang op dezelfde plek. Onder meer opperbevelhebber Dwight Eisenhower bezocht Montgomery hier, maar ook de Engelse premier Winston Churchill kwam op bezoek. Hij sprak de aanwezige troepen toe, wat veel indruk maakte in Geldrop. Als Montgomery wandelingetjes maakte, stapten Geldropse kinderen mee. En stond het kooitje met de kanarie niet voor het raam? Dan was Monty niet thuis.
Als je voor het huis staat zie je de prachtige Brigidakerk liggen. Op 19 september 1944 trokken de bevrijders via deze straat richting de kerk. De Duitsers hadden zich al teruggetrokken naar Mierlo en Mierl0-Hout – niet dat het in Geldrop al overal veilig was, maar daarover zo meer. De geallieerden hebben het in Geldrop rustig en ze trekken veel bekijks in het centrum, waar ze uitrusten op het gras rondom de kerk. Het Geldropse volk is uitzinnig van vreugde, uiteraard, en meisjes lopen met dienbladen. Biertjes voor de soldaten. Een prachtige foto van het tafereel hieronder – en dan te bedenken dat deze mannen nog hele zware weken voor de boeg hadden; de volgende dag wachtte onder meer een zware strijd in Nuenen.
Vanuit de kerk rijd ik de Stationsstraat in en ik maak een foto van de Nazarathschool – wat een schitterend gebouw, opgeleverd in 1916. De bezetter vorderde het gebouw tijdens de oorlog, later maakten de geallieerden er gebruik van. Er werden foute landgenoten vastgezet en ook was er een tijdje een noodhospitaal. Gesneuvelde militairen werden op een veldje schuin tegenover de school begraven, rechts van het huis op de laatste foto hieronder. Ze werden later herbegraven op het militaire kerkhof in Mierlo.
Op zondag 17 december 1944, drie maanden ná de bevrijding van Geldrop, was er nog een bombardement in de wijk Hoog Geldrop. Bij het Ardennenoffensief was een enorme luchtmacht actief en boven Geldrop moest een Duits vliegtuig waarschijnlijk zijn lading kwijt. Er kwamen enkele bommen neer bij de kruising Hoog Geldrop en de Genoenhuizerweg, met verschrikkelijke gevolgen voor enkele gezinnen. Er vielen drie doden. De tienjarige Piet van de Ven overleed, net als zijn opa; zusje Riet raakte zwaargewond. Het witte huis hieronder was van de familie Van de Ven. Voor de informatie dank ik de heemkundekring.
Door naar het gehucht Hout, op de rand van Geldrop, vlakbij het grote hotel en de afslag naar de A2. Aan beide zijden van het Bogardeind een woning met een geschiedenis. Op Hout West (foto midden) sneuvelde de Nederlandse militair Adrianus Johannes Oomen, op 12 mei 1940, in de stal van Landbouwer Johannes Nicasius Bierings. Oomen was met drie landgenoten op pad toen twee Duitse militairen voorbijreden op een motor. De andere drie ontkwamen, Oomen werd geraakt door een kogel. Zijn graf is dichtbij, op begraafplaats ’t Zand.
Op Hout Oost fotograaf ik het huis met huisnummer 13. Hier woonde de familie Derks met zestien kinderen: acht jongens en acht meisjes. Ze hebben een gezonde hekel aan de Duitsers, maar dochter Miet (18) trekt zich daar weinig van aan. Ze wordt verliefd op een Duitse soldaat. Op de avond van 2 februari 1942 is Gerard (24) zo kwaad dat hij bij zandafgraving de IJzeren Man, in de bossen buiten het dorp, de sergeant met een mes te lijf gaat. Hij overlijdt ter plekke en Miet gaat met het verhaal naar de bezetter. Diezelfde februarinacht omsingelen de Duitsers het huis van de familie Derks. De Duitse politie gelooft niet dat het een eenmansdaad is. Vier broers worden vastgezet. Henk, de oudste van de vier, komt met een heldhaftig voorstel. “Als ik nou ook beken, dan blijven jullie twee misschien in leven”, zegt hij tegen Christ en Theo. De laatste twee komen er vanaf met een kampverblijf in Duitsland, waar ze danig verzwakt in 1945 door de Amerikanen en Fransen worden bevrijd. Gerard en Henk zijn al op 8 februari 1942 gefusilleerd. Een verhaal uit het boek van Brabant Remembers: Brabant, Brug naar Vrijheid.
Terug naar het centrum van Geldrop. Via de Langstraat rijd ik naar het horecaplein, de Heuvel, waar het deze vrijdagavond gezellig druk is. Ik sta voor het voormalige gemeentehuis en het pand waar in de oorlog een distributiekantoor gevestigd was, nu is er een populair restaurant. Ik lees over de overval op het distributiekantoor, waarbij ontvangstbewijzen, distributiestamkaarten, rantsoenbonnen en inlegvellen werden buitgemaakt. Belangrijk, onder meer om onderduikers en vliegtuigbemanningen van neergeschoten vliegtuigen van voedsel te kunnen voorzien. Helaas werd de overvalploeg verraden; vijf van de zes zijn op 9 augustus 1944 in kamp Vught gefusilleerd.
Net als in Bakel, waarover ik vorige week schreef, kende Geldrop een burgemeester die niet bepaald op de hand van de Duitsers was. Henri van der Putt was betrokken bij ondergronds verzetswerk en durfde bezwaar aan te tekenen als hij ergens principieel op tegen was. Zijn houding moest hij bekopen met verblijven in de concentratiekampen Sachenhausen en Bergen Belsen. Het is onzeker of hij daar is
omgekomen of wellicht enige tijd later in de Russische zone. Ook gemeentesecretaris Jan Heurkens overleefde de oorlog niet. Na veel goed werk in het verzet dook hij enige tijd onder. Toen de kust weer veilig leek, keerde hij huiswaarts. Op de verjaardag van zijn vrouw werd hij gearresteerd, mei 1944. Hij werd naar Haaren en later naar het concentratiekamp Vught overgebracht en werd daar op 9 augustus 1944 geëxecuteerd.
Het bevrijdingsbeeld op de Heuvel is van mei 1965; het is gemaakt door de dochter van de burgemeester. Op de hand van de man zit een vredesduif.
We zijn bijna klaar in Geldrop. Op de hoek van de Mierlose- en de Nuenenseweg, staat het voormalige hoofdkantoor van de Tweka – ooit de grootste werkgever van Geldrop en onlangs zijn er appartementen gerealiseerd in het witte pand. De oudste zus van mijn oma (1918-2015) werkte er en ze heeft me vaak verteld hoe ze getuige was van de arrestatie van haar baas, de Joodse directeur Jacques de Heer. In 1943 kwamen ze hem in zijn kantoor ophalen, niet lang daarna stierf hij in Scheveningen.
Ik fiets door naar de Sluisstraat. De tachtigjarige Hendrik van de Velden woonde hier in een wevershuisje, ter hoogte van de huidige kruising met de Witte de Withstraat. In het centrum van het dorp werden geallieerde soldaten aanbeden door de Geldropse bevolking: eindelijk was het dorp bevrijd. Ik schreef er hierboven over. Veel mensen waren op straat en ook de bejaarde Van de Velden was even nieuwsgierig naar buiten gelopen. Maar niet alle Duitse soldaten waren al richting Mierlo getrokken… Een achterblijver schreeuwde dat Van de Velden moest blijven staan, maar de Geldroppenaar was half doof, hij heeft hem waarschijnlijk nooit gehoord. Een kogel maakte een einde aan zijn leven, terwijl een kilometer verderop de bevrijding werd gevierd.
Het is mooi geweest. Terug naar Mierlo. En dat doen we via de Strabrechtse Heide, het prachtige natuurgebied op een paar minuten fietsen van de wijk De Coevering, en de Molenheide, het bosgebied tussen de dorpen die in deze blog centraal staan. De tocht gaat naar de laatste bestemmingen van vandaag, waaronder het militaire kerkhof aan de Geldropseweg.
Mierlo War Cemetery
Sinds het voorjaar van 1945 ligt tussen Geldrop en Mierlo de Britse erebegraafplaats voor 665 militairen die sneuvelden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Van zeven personen is de identiteit onbekend en er ligt één Nederlandse militair, verder gaat het hier om allemaal Engelse soldaten die hun leven gaven voor onze vrijheid. De zon gaat langzaam onder en het is stil op de begraafplaats. Ik open bij de ingang het gastenboek waarin mensen schrijven hoe indrukwekkend ze de plek vinden. En ik lees: “In remembrance of uncle Albert. X.”
Ik fiets terug naar mijn auto, in het centrum van Mierlo, bij het Oude Raadhuis. Ik passeer de boerderij waar tijdens de oorlog de familie Van Vlerken woonde, het laatste huis aan de St. Catharinaweg. Een strategische plek en daarom was dit een verzamelplek voor geallieerde verkenningsvoertuigen bij de bevrijding in 1944. De lucht is minder bewolkt en ik maak een paar foto’s opnieuw; de molen en het raadhuis zien er net wat beter uit met een blauwe lucht. En dan is het tijd om weer naar huis te gaan. Na 41 kilometer heb ik een biertje wel verdiend.
Hallo Perry,
Het zusje in het verhaal van de familie Derks, heette niet Miet maar Riek.
Ah, bijzonder. In een betrouwbare bron wordt ze Miet genoemd. Dank voor je tip!